Alkmaar ruziet om erotisch beeld in stadshart

De Alkmaarse politiek ruziet over een erotisch standbeeld dat een bordeelhouder in het stadscentrum wil plaatsen. ‘In een tijdperk van MeToo moeten we dat niet willen.’
De Volkskrant 8 januari 2020

Een groepje Chinese toeristen wandelt richting het Alkmaarse stadshart. Plots trekt een bronzen dame hun aandacht – met ontblote borsten en getuite lippen, voorover leunend tegen een lantaarnpaal. De Chinezen poseren lachend bij het erotische beeld, dat een paar meter van de Achterdam, de Alkmaarse rosse buurt, wacht op een definitieve bestemming.

Susanne, zoals eigenaar Cor Ootes haar noemt, springt bij vrijwel alle voorbijgangers in het oog, en niet altijd in positieve zin. Een oudere dame kijkt vanachter haar rollator afkeurend naar de bronzen borsten. ‘Wat een verloedering’, mompelt ze terwijl ze wegloopt.

Ootes (68) is eigenaar van 22 bordelen in Alkmaar. Vanmorgen heeft hij Susanne uit zijn kantoor gehaald en op straat gezet. Ze moest even afkoelen, want ze is het onderwerp geworden van een verhitte politieke discussie. En dat terwijl Ootes het allemaal zo goed had bedoeld.

Kussend kaasmeisje

Vorig jaar liep hij met de Duitse kunstenaar Manfred Holz door het centrum van de stad. Holz werd op slag verliefd op het beeld van een kussend kaasmeisje bij de kaasmarkt. Ootes vroeg Holz een sensueel, halfnaakt zusje te ontwerpen, dat de passanten in dezelfde houding op een kus trakteert. ‘Hij vroeg of hij het beeldje mocht vernoemen naar de burgemeester van zijn woonplaats, Frechen. Zij vond dat een enorme eer. Zo is Susanne geboren. De burgemeester wacht nu op de officiële onthulling van het beeld.’

Maar het is zeer de vraag of die er gaat komen. Het standbeeld lokt gemengde reacties uit in de gemeenteraad. Ook het college van D66, VVD, PvdA, CDA en GroenLinks, dat eind deze maand besluit of het beeld in de openbare ruimte komt te staan, en zo ja: waar dan precies, is allesbehalve eensgezind.

Dinsdagavond wilde de fractie in de raad debatteren over de wenselijkheid ervan. De grootste oppositiepartij, Onafhankelijke Partij Alkmaar, stak daar een stokje voor. ‘De politiek oordeelt niet over kunst en wetenschap. Dat hebben wij niet bedacht, dat was Thorbecke in 1862’, memoreerde raadslid Anjo van de Ven. Die historische motivering overtuigde een meerderheid van de raad: het agendapunt werd geschrapt, tot ergernis van VVD, PvdA en GroenLinks.

‘We hadden hierover graag gedebatteerd’, zegt John van der Rhee, fractievoorzitter van de Alkmaarse VVD. De liberalen delen het standpunt dat de politiek niet over kunst gaat, ‘maar we gaan wél over de locatie ervan. Wij hebben geen specifieke voorkeur voor de plek; andere fracties wel. Daar hadden we over moeten discussiëren.’

Reclame voor prostitutie

De weerstand tegen Susanne komt vooral uit progressieve hoek. Volgens GroenLinks en PvdA is het beeld geen artistieke uiting, maar pure reclame voor de prostitutie. ‘Op allerlei manieren proberen we grip te krijgen op de prostitutie, wat ons betreft is dit een ongepaste uiting. Het is niets anders dan een snackbar die een puntzak patat neerzet’, zegt PvdA-fractievoorzitter David Rubio.

Collega Bastiaan de Leeuw (GroenLinks) trekt feller van leer. ‘De initiatiefnemer noemt dit ten onrechte een eerbetoon aan de vrouwen die daar werken’, zegt De Leeuw. ‘De opdrachtgever en financier is een man, die geld verdient aan het verhuren van ramen. Ook de kunstenaar is een man. Het moet toeristen trekken, dat is in onze ogen aanstootgevend. In een tijdperk van MeToo moeten we dit niet willen.’

Initiatiefnemer Ootes is verbaasd over de commotie. ‘Ik wil de stad alleen een mooi eerbetoon gunnen’, zegt hij. ‘De Alkmaarse Achterdam heeft in 2011 een hoop bagger over zich heen gehad, toen zestig panden moesten sluiten omdat ze met fout geld waren gefinancierd. Ik vond het tijd om dit gebied positief te etaleren.’ Terwijl hij de hoop uitspreekt dat het kunstwerk mag blijven waar het nu even staat, laat hij zijn oplichtende telefoonscherm zien. Kunstenaar Holz appt: ‘Susanne is in elk geval nu al onderdeel van de Alkmaarse geschiedenis.’