’Stille’ agenten vegen Amsterdamse Wallen schoon


De Telegraaf, vandaag

Amsterdam – De aantrekkingskracht van de Wallen is immens. Tienduizenden toeristen vergapen zich ieder weekend aan het red light district. In hun kielzog komen zakkenrollers, (nep)dopedealers en ander gajes mee. Maar zelfs gebiedsverboden houden deze lieden niet tegen. De politie heeft gekozen voor een unieke aanpak: vier nachten per maand veegt een team van ’stille’ agenten het historische gebied schoon.

Rachèl en Thijs krijgen een commando door hun oortjes, schieten de Damstraat over en grijpen een drugsdealer vast. Hij is stomverbaasd over de snelheid van insluiten. Hij zag alleen maar toeristen om zich heen. Terwijl een groep lallende Engelsen langsloopt, leggen de stille agenten handboeien om. Een politiebus verschijnt snel ter plaatse. Slechts een enkeling heeft het bliksemoptreden opgemerkt.

De actie in de binnenstad van het doelgroepenteam Bert – vernoemd naar initiatiefnemer en oud-politieagent Bert Farenhorst – is vrijdagavond pas een half uurtje oud. Naast de arrestatie door Rachèl en Thijs vonden er nog vier aanhoudingen plaats. De een voor drugs, de ander voor een zogeheten voetbaltruc, een vaak gebruikt concept van zakkenrollers. De eerste arrestatie gebeurde nota bene gelijk voor bureau Burgwallen. Agent Sil acteerde als dronken Engelsman en in het schijnsel van het bureau probeerde een man zijn telefoon en portemonnee te rollen. „Die was niet zo slim”, klinkt het grinnikend.

Kat-en-muisspel

Het is een kat-en-muisspel. Een groep van twaalf gespecialiseerde stille agenten – elf mannen en een vrouw – van de bureaus Burgwallen, Amstel en Jordaan legt twee aan twee vier nachten achter elkaar alle verdachte handelingen vast. Dat gebeurt secuur. Ze moeten de transactie drugs tegen geld zien of iemand herkennen met een gebiedsverbod. Thijs: „Je moet uiteindelijk wel kunnen duiden waarom je iemand hebt aangehouden. Diegene beroof je toch een paar uur van zijn vrijheid.”

Pareltjes

Het team bestaat uit menselijke pareltjes. Zoals Appie, met zijn petje scheef op het hoofd. Rovers denken geregeld dat hij een van hen is. De buit is weleens letterlijk in zijn handen geduwd. ’Hou even vast, we verdelen het zo, ze zitten achter me aan.’ Teamleider Marcel: „Hij is net als Sil geboren voor dit werk.”

Rachèl en Thijs krijgen een commando door hun oortjes, schieten de Damstraat over en grijpen een drugsdealer vast. Hij is stomverbaasd over de snelheid van insluiten. Hij zag alleen maar toeristen om zich heen. Terwijl een groep lallende Engelsen langsloopt, leggen de stille agenten handboeien om. Een politiebus verschijnt snel ter plaatse. Slechts een enkeling heeft het bliksemoptreden opgemerkt.
Een aparte vondst: op de Wallen worden ook vermalen aspirines verkocht als verdovende middelen.

De actie in de binnenstad van het doelgroepenteam Bert – vernoemd naar initiatiefnemer en oud-politieagent Bert Farenhorst – is vrijdagavond pas een half uurtje oud. Naast de arrestatie door Rachèl en Thijs vonden er nog vier aanhoudingen plaats. De een voor drugs, de ander voor een zogeheten voetbaltruc, een vaak gebruikt concept van zakkenrollers. De eerste arrestatie gebeurde nota bene gelijk voor bureau Burgwallen. Agent Sil acteerde als dronken Engelsman en in het schijnsel van het bureau probeerde een man zijn telefoon en portemonnee te rollen. „Die was niet zo slim”, klinkt het grinnikend.

Ook de beelden die de bewakingscamera’s op straat maken, worden door de politie nauwlettend in de gaten gehouden.

De leden hebben een scherp oog voor uitwassen. Maar in plaats van verder te zoeken naar meer gajes, moeten ze na een aanhouding naar het bureau. Het hoort erbij: de administratie. Omdat er buiten op straat zo veel aan de hand is, houden ze op kantoor het tempo hoog. Hulpofficier Frans heeft twee inboekers om zoveel mogelijk te ondersteunen bij de boekhouding. Er worden instructies over en weer geschreeuwd. „Drugstest al klaar? Vingerafdrukken genomen? Mes en pillen ingenomen en veiliggesteld?””

Frans loopt naar het veel te kleine cellencomplex op de Burgwallen. Overal staan verdachten met agenten eromheen die hen fouilleren, vragen stellen en bepalen of ze met een gebiedsverbod worden weggestuurd of naar het hoofdbureau op de Elandsgracht worden verplaatst. „Iemand onwel geworden? Die was toch vermalen aspirines aan het verkopen als drugs? Kunnen we hem die niet geven.” Geintje, onder invloed van de voortdurende invloed van adrenaline.

Hulp

Hoewel het werk appelleert aan de ultieme agentendroom, namelijk boeven vangen, is teamleider Marcel te spreken over het feit dat er een zorgstraat aan het project vastzit. „Het gaat toch vaak om schrijnende gevallen. Jongens die aan de verkeerde kant zitten en niet weten hoe eruit te komen. Wij bieden hulp aan. Willen ze eruit, dan zijn daar instanties voor. Die kijken deze nachten over onze schouder mee.”

Agent Sander is alweer met zijn hoofd bij het volgende rondje door de binnenstad. Hij vertelt over de Lange Niezel. Tot vorig jaar een van de hardnekkige overlaststraten, totdat precies in kaart werd gebracht welke drugsdealers de straat terroriseerden. Sander postte zelfs vanuit een appartement op drie hoog om vanaf een totaal onverwachte plek de situatie in te schatten.

Sander: „Als je de tijd ervoor hebt, kun je de problemen hier echt tackelen. Die gasten komen misschien ergens anders wel weer boven water, maar niet meer in de Lange Niezel.”

Collega Thijs vult aan: „Als je dit soort acties met 24 van ons zou doen, pak je het dubbele aantal overlastgevers. We hebben helaas de capaciteit niet. Natuurlijk vinden we daar iets van. Maar wat is het alternatief? Dan maar niets doen? Boeven vangen in dit gebied blijkt zeer succesvol. Zolang we aan de lopende band mensen van de straat plukken, blijven we dit doen.”